De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde de dubbeltelling bij de aanlegkosten van het waterbekken niet op de juiste wijze heeft gecorrigeerd.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een grootschalige opslaglocatie voor verontreinigd baggerspecie. Het complex bestaat uit een gebaggerde put met ringdijken, wegen, een talud en sedimentbekkens, een pompinstallatie en pijpleidingen, alsmede een kantoorgebouw. Het complex is in zee en in/op de zeebodem aangelegd. In geschil is de WOZ-waarde 2008 van het object.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde de dubbeltelling bij de aanlegkosten van het waterbekken niet op de juiste wijze heeft gecorrigeerd. De aanlegkosten waren door de heffingsambtenaar meegenomen bij de vervangingswaarde van zowel de ondergrond als de infrastructuur. Het hof heeft dit gecorrigeerd door de aanlegkosten toe te rekenen aan de vervangingswaarde van de grond (waarop geen afschrijving wegens technische en functionele veroudering mag plaatsvinden). Dit is niet juist, de aanlegkosten moeten worden gerekend tot de vervangingswaarde van de infrastructuur (waarop wel mag worden afgeschreven). Als het gaat om de excessieve gebruikskosten stelt de Hoge Raad voorop dat het hof is uitgegaan van een juiste definitie, namelijk gebruikskosten die in betekenende mate uitgaan boven de gebruikskosten van vergelijkbare objecten met dezelfde aard en bestemming. Wat betreft de omvang van deze excessieve gebruikskosten had echter het hof, in het licht van de gemotiveerde bestrijding door X van de berekening van de heffingsambtenaar, niet zonder ontbrekende nadere motivering mogen aansluiten bij het door de rechtbank gegeven oordeel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 1 februari

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen