Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in een verzetsprocedure dat het eerdere beroep door de rechtbank ten onrechte vereenvoudigd is behandeld vanwege in verzet gerezen twijfel over de ontvankelijkheid van het bezwaar. Het verzet is gegrond, de rechtbank doet de zaak zelf af, vernietigt de uitspraak op bezwaar en verwijst de zaak terug naar de inspecteur.

X maakt bezwaar tegen de beslissing van de inspecteur op een verzoek om ambtshalve vermindering. Daarbij wordt door X ruimschoots de bezwaartermijn overschreden. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het daarop volgende beroep van X – zonder onderzoek ter zitting – ongegrond. X komt tegen die uitspraak in verzet bij de rechtbank.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep niet vereenvoudigd behandeld kon worden omdat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar twijfelachtig was wegens eventuele verschoonbare termijnoverschrijding. Het verzet is gegrond en de rechtbank doet de zaak zelf af. Daarbij oordeelt de rechtbank dat – vanwege een gebrek in de rechtsmiddelenverwijzing – de termijnoverschrijding van het bezwaar verschoonbaar is. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en verwijst de zaak terug naar de inspecteur om een nieuwe uitspraak te doen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:72

Algemene wet bestuursrecht 8:55

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Algemene wet bestuursrecht 3:45

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 5 november

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen