Hof Amsterdam oordeelt dat het buiten redelijke twijfel is verheven dat de Nederlandse f.e.-regeling verder gaat dan noodzakelijk is om de coherentie van het fiscale stelsel te behouden. Het hof staat vorming van een f.e. tussen SCA Group Holding bv en haar Duitse (achter)kleindochtermaatschappijen voor het jaar 2009 toe.

`Belanghebbende, SCA Group Holding bv, houdt 97% van de aandelen in het Duitse I AG. I AG houdt indirect de aandelen in de Nederlandse vennootschappen X2 bv, X3 bv en X4 bv. SCA Group Holding bv verzoekt de inspecteur om samen met – onder andere – X2 bv, X3 bv en X4 bv als f.e. voor de VPB te worden aangemerkt. De inspecteur wijst het verzoek af, omdat de Duitse tussenhoudster geen deel uitmaakt van de f.e. SCA Group Holding bv is van mening dat de eis dat I AG deel moet uitmaken van de f.e. in strijd is met de vrijheid van vestiging. Zij beroept zich daarbij op het Papillon-arrest van het HvJ EU. Rechtbank Haarlem oordeelt dat het toestaan van een f.e., als door SCA Group Holding bv voorgestaan, het gevaar van binnenlandse dubbele verliesverrekening met zich brengt. Volgens de rechtbank waarborgt de weigering om een f.e. in het geval van SCA Group Holding bv toe te staan de samenhang van de regeling van de f.e. Vervolgens onderzoekt de rechtbank of de regeling niet verder gaat dan noodzakelijk is voor het waarborgen van de samenhang van de regeling van de f.e. Volgens de rechtbank blijkt dat het gevaar van dubbele verliesverrekening voorkomen zou kunnen worden in de voorgestane f.e. als vergelijkbare bepalingen zouden gelden als de bepalingen die zijn opgenomen in de art. 34 e.v. van het Besluit f.e. 2003. De rechtbank wijst het verzoek van SCA Group Holding bv toe om met ingang van 1 januari 2009 in een f.e. ex art. 15 Wet VPB 1969 met de kleindochtervennootschappen X2 bv, X3 bv en X4 bv te worden gevoegd. Hof Amsterdam overweegt dat er sprake zou kunnen zijn van een verboden beperking van de vrijheid van vestiging. Volgens het hof is er echter ruimte voor twijfel. Het hof besluit dan ook om vier vragen aan het Hof van Justitie EU (HvJ EU) voor te leggen. Het HvJ EU oordeelt dat de Nederlandse f.e.-regeling in strijd is met het EU-recht.

Hof Amsterdam oordeelt dat het buiten redelijke twijfel is verheven dat de Nederlandse f.e.-regeling verder gaat dan noodzakelijk is om de coherentie van het fiscale stelsel te behouden. Verder merkt het hof op dat in casu vaststaat dat de verzochte f.e. uitsluitend voor het jaar 2009 zal hebben te gelden, aangezien SCA Group Holding bv en haar groepsvennootschappen inmiddels een reorganisatie hebben doorgevoerd waardoor alsnog aan de vereisten van de f.e.-regeling wordt voldaan. Ook is in 2009 geen verlies ontstaan voor SCA Group Holding bv. Volgens het hof is de weigering om een f.e. te vormen dan ook disproportioneel. Het hof staat vorming van een f.e. voor het jaar 2009 toe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 december

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen