Rechtbank Oost-Brabant verlaagt de WOZ-waarde van één bedrijfsobject in verband met een te ruime objectafbakening en oordeelt dat de overige WOZ-waarden in stand kunnen blijven. 

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van twaalf bedrijfsobjecten gelegen in de gemeente 's-Hertogenbosch. In geschil is de WOZ-waarde van deze objecten.

Rechtbank Oost-Brabant verlaagt de WOZ-waarde van één bedrijfsobject in verband met een te ruime objectafbakening en oordeelt dat de overige WOZ-waarden in stand kunnen blijven. In beroep heeft de heffingsambtenaar erkend dat één bedrijfsobject onjuist is afgebakend. De rechtbank snijdt dit object op maat (op grond van de Raffinaderijarresten van de Hoge Raad van 27 september 2002, nr. 34.927, V-N 2002/52.30 en nr. 34.928, V-N 2002/52.31) door de WOZ-waarde te verlagen tot de nader door de heffingsambtenaar verdedigde waarde van € 117.000. Voor dit object en de andere twee objecten waarvan de waarde nog in geding is, heeft de gemeente bewezen dat de kapitalisatiefactor van 10,5 niet te hoog is. De huurwaarde was al niet meer in geschil. De rechtbank verwerpt het verzoek van X bv om alsnog ter zitting een bottom-up berekening in te brengen voor de kapitalisatiefactor. De rechtbank overweegt dat X bv al ongeveer vijf maanden op de hoogte was van de berekening van gemeente en dus eerder haar eigen berekening had kunnen inbrengen. Voor het overige is het beroep van X bv dus ongegrond.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16 en 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 15 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen