Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X vof de afnemer van de prestaties is. X vof kan de voorbelasting in aftrek brengen.

Belanghebbende, X vof, exploiteert een apotheek. Eind 2004 stellen de vennoten van X vof met vijf huisartsen een samenwerkingsovereenkomst op. Vervolgens huurt X vof 250 m² bedrijfsruimte in een pand en de huisartsen 550 m². X vof neemt de afbouwkosten van het pand voor zijn rekening en brengt de in rekening gebrachte btw in aftrek. De inspecteur stelt echter dat X vof slechts 56,1% van de btw in aftrek kan brengen.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X vof de afnemer van de prestaties is. Volgens de rechtbank zijn de prestaties namelijk aan X vof verricht. De rechtbank overweegt daarbij dat X vof de prestaties heeft gebruikt om zijn afzetpotentieel te vergroten. Aangezien X vof de prestaties heeft verricht voor belaste handelingen binnen zijn onderneming kan hij de voorbelasting in aftrek brengen. De rechtbank geeft daarbij nog aan dat de kosten voor X vof weliswaar geen directe kosten vormen, maar dat er wel een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de voor de prestaties gemaakte kosten en de gehele economische activiteit van X vof.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 8 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen