Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad dat de hoogte van het griffierecht geen obstakel vormt voor de toegang tot de rechter, mede gezien de voorziening bij betalingsonmacht.

De rechtbank verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk omdat het griffierecht niet is betaald. X komt tegen die uitspraak in hoger beroep bij het hof met de mededeling dat hij ook in hoger beroep geen griffierecht zal betalen. Het hof probeert X met herinneringen te bewegen om het griffierecht betalen. Betaling blijft uit en daarom verklaart het hof het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk in een vereenvoudigde procedure. X komt daartegen in verzet omdat naar zijn mening het systeem van vooraf heffen van griffierecht in strijd is met het Unierecht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt – in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad en het Hof van Justitie van de Europese Unie – dat de hoogte van het griffierecht geen obstakel vormt voor de toegang tot de rechter, mede gezien de voorziening bij betalingsonmacht. X heeft geen beroep gedaan op betalingsonmacht. Verzet ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 9 februari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen