Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet aannemelijk is dat X facturen gaat betalen. Naheffing van afgetrokken voorbelasting is terecht.

X is een vennootschap die duurzame methoden van energieopwekking ontwikkelt. Uit de jaarrekeningen blijkt dat zeer beperkte liquide middelen beschikbaar zijn. X brengt de voorbelasting op de facturen van A inzake een managementvergoeding in aftrek. De inspecteur stelt dat het onwaarschijnlijk is dat X alle facturen gaat betalen en heft de in aftrek gebrachte voorbelasting over de tijdvakken van 2014 tot en met 2017 na. X stelt dat recent een nieuwe investeerder is gevonden en dat niet kan worden aangenomen dat de facturen niet betaald gaan worden. X gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht oplegt. Objectief bezien kan niet worden aangenomen dat de inkoopfacturen zullen worden betaald. Het feit dat mogelijk een toekomstige investeerder is gevonden maakt dat niet anders. Wel vermindert de rechtbank de verzuimboetes inzake het te laat betalen, aangezien X over weinig liquide middelen beschikt. Het beroep is in zoverre gegrond.

Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 29

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen