X bv krijgt in 2007 btw in rekening gebracht die betrekking heeft op een verkochte dochtervennootschap waarvan de managementovereenkomst in 2005 reeds is beëindigd. In 2008/2009 is aan X bv btw in rekening gebracht voor prestaties in verband met door haar beoogde doch niet aangekochte participaties. Alle btw is in aftrek gebracht. In geschil is of dit juist is. Rechtbank Arnhem is van oordeel dat btw die betrekking heeft op een deelneming waarvoor de (betaalde) managementwerkzaamheden in een eerder jaar waren beëindigd niet voor aftrek in aanmerking komt, omdat het verband tussen de verleende prestaties waarvoor btw in rekening is gebracht en die gestaakte werkzaamheden niet aannemelijk is gemaakt. Wel is aannemelijk dat X bv beoogde participaties in vennootschappen te verwerven om daarvoor tegen vergoeding managementwerkzaamheden te verrichten. De daarop betrekking hebbende btw is aftrekbaar, ook al zijn die werkzaamheden tegen vergoeding uiteindelijk niet tot stand gekomen.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15