Rechtbank Overijssel oordeelt dat de vriesinstallatie voor een ijsbaan in een sportcentrum een werktuig is. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte geen werktuigenvrijstelling toegepast.

X is eigenaar van een sportcentrum, een zwembad en twee sporthallen in Deventer. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarden voor belastingjaar 2017 vast. X komt in bezwaar, de heffingsambtenaar verklaart het bezwaar ongegrond. X komt in beroep. Rechtbank Overijssel oordeelt dat de vriesinstallatie voor de ijsbaan in het sportcentrum een werktuig is. De vriesinstallatie is geen zelfstandig gebouwd eigendom, nu het gaat om een inpandige installatie. De vriesinstallatie is niet dienstbaar aan het gebouw, maar wel dienstbaar aan het proces van ijsvorming, hetgeen nodig is om de gelegenheid te bieden tot schaatsen. Er is ten onrechte geen werktuigenvrijstelling toegepast op de installatie van de ijsbaan (met uitzondering van de leidingen in de betonnen ondervloer). De rechtbank oordeelt dat een werktuigenvrijstelling van 52,8% moet worden toegepast. De rechtbank stelt de waarde van het zwembad en één van de sporthallen in goede justitie lager vast, omdat geen van beide partijen hun standpunt over de restwaarde aannemelijk maakt. De waarde van de andere sporthal blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 30 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen