De Hoge Raad beslist dat de nieuwe regels betreffende de informatiebeschikkingen direct op 1 juli 2011 in werking zijn getreden. X stelt dus terecht dat door het ontbreken van deze beschikkingen de wettelijke omkering en verzwaring van het bewijs wegens het niet voldoen aan de administratie- en bewaarverplichting niet van toepassing is.

X start met de exploitatie van een (markt)detailhandel in textiel. Er worden geen ib-aangiftebiljetten aan X uitgereikt. X doet pas in 2010 aangifte over de jaren 2006 en 2007. Op 9 november 2010 is bij X een boekenonderzoek ingesteld. Lopende dit onderzoek heeft de inspecteur in december 2010 tot behoud van rechten de in geschil zijnde aanslagen ib/pvv voor de jaren 2006 en 2007 opgelegd en voor het jaar 2007 de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Naar aanleiding van de bevindingen uit het boekenonderzoek heeft de inspecteur de aanslag ib/pvv voor het jaar 2006 bij uitspraak op bezwaar, die is gedaan na 1 juli 2011, verminderd tot nihil en een verlies vastgesteld. De voor het jaar 2007 opgelegde aanslagen zijn bij uitspraken op bezwaar, gedaan na 1 juli 2011, gehandhaafd. In hoger beroep beslist het hof dat het bij Wet van 27 mei 2011, Stb. 2011, 265, gewijzigde artikel 27e AWR van toepassing is, omdat de inspecteur op 1 juli 2011 bevoegd was om voor de jaren 2006 en 2007 een informatiebeschikking te nemen. Deze bevoegdheid wordt begrensd door het intreden van de beroepsfase, aldus het hof. Volgens het hof betekent dit dat de omkering en verzwaring van de bewijslast vanwege het niet voldoen aan de verplichtingen van artikel 52 AWR in dit geval niet van toepassing is. De staatssecretaris komt in cassatie.

De Hoge Raad beslist dat de Wet van 27 mei 2011, Stb. 2011, 301, op 1 juli 2011 in werking is getreden. In deze wet is niet voorzien in overgangsrecht. Daarom komt aan de nieuwe regels onmiddellijke werking toe. Voor elke vanaf 1 juli 2011 gedane uitspraak op bezwaar geldt dat de inspecteur zich slechts op de omkering en verzwaring van de bewijslast kan beroepen indien hetzij een informatiebeschikking onherroepelijk is geworden, hetzij de vereiste aangifte niet is gedaan. Daarbij is niet van belang of de belastingaanslag voor die datum is opgelegd. Evenmin is van belang of X voor die datum is gewezen op zijn verplichtingen van artikel 47 AWR en de gevolgen van het niet-nakomen daarvan. De Hoge Raad merkt nog op dat de vanaf 1 juli 2011 in artikel 27e, lid 1, AWR opgenomen eis van een informatiebeschikking niet kan worden gesteld indien het (hoger) beroep is gericht tegen een uitspraak op bezwaar die is gedaan voor 1 juli 2011. Het hof heeft terecht geoordeeld dat ook ten aanzien van de verplichting van artikel 52 AWR de omkering en verzwaring van de bewijslast afhankelijk is van een informatiebeschikking. Het cassatieberoep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen