Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat als een woningeigenaar in een WOZ-procedure klaagt over de slechte staat van zijn woning hij daarvan bewijs moet leveren of de gemeente moet toestaan de woning te bezoeken.

X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde vanwege de slechte staat van zijn woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat als een woningeigenaar in een WOZ-procedure klaagt over de slechte staat van zijn woning hij daarvan bewijs moet leveren of de gemeente moet toestaan de woning te bezoeken. Als de gemeente zelf niet over fotomateriaal beschikt kan zij de binnenzijde van de woning niet beoordelen zonder medewerking van de belastingplichtige. De gemeente heeft voldoende inspanning verricht om inzicht te krijgen in de staat van de woning. X heeft geen medewerking verleend en kan niet volstaan met de stelling dat er al eerder medewerkers van de gemeente in zijn woning zijn geweest en dat de gemeente in het kader van een dwangsomprocedure over voldoende gegevens beschikt. De rechtbank legt uit dat de heffingsambtenaar niet gaat over de door X genoemde onderwerpen en dat het niet zo is dat de heffingsambtenaar vrij over de gegevens van andere bestuursorganen (binnen de gemeente) kan beschikken. De rechtbank concludeert gelet op het voorgaande dat de aftrekpost van € 20.000 die de heffingsambtenaar heeft toegepast voor de staat van de woning voldoende is. Het beroep van X is ongegrond.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 50

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 12 september

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen