Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat een correctie op de WOZ-waarde noodzakelijk is in verband met de marktsituatie in de kinderopvang.

Belanghebbende, X, exploiteert in een ruimte in een schoolgebouw een kinderdagverblijf. In geschil is de WOZ-waarde 2016 van de ruimte. X bepleit verlaging van € 634.000 naar € 400.000. X stelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een aftrek in verband met functionele veroudering, gelet op de slechte marktsituatie in de kinderopvang.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat een correctie op de WOZ-waarde noodzakelijk is in verband met de marktsituatie in de kinderopvang. De heffingsambtenaar stelt dat alleen in geval van structurele leegstand er noodzaak is voor een aftrekpost. Gelet op onder meer de groei in de sector is hiervan geen sprake. X heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt. De enkele verwijzing naar de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch over belastingjaar 2015 is onvoldoende (Hof ’s-Hertogenbosch 22 februari 2018, V-N 2018/28.15.45). De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 18 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen