Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande rijksmonumentale woning. Rechtbank Noord-Holland verlaagt de WOZ-waarde 2012 van € 1.221.000 naar € 862.968.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de WOZ-waardering onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat een aanzienlijk deel van de bij de onroerende zaak behorende grond een steil omhoog lopend pad betreft. De rechtbank heeft door een deel van de waarde van de oprijlaan te elimineren uit de door de heffingsambtenaar voorgestane waarde, de bewijslastverdeling in WOZ-zaken miskend, aldus het hof. De rechtsgang in WOZ-zaken brengt immers mee dat de rechter allereerst op basis van de bijeengebrachte bewijsmiddelen beoordeelt of de heffingsambtenaar de door hem gestelde waarde aannemelijk heeft gemaakt. Nu in dit geval de gemeente niet is geslaagd in de op haar rustende bewijslast, is het de vraag of X de door hem bepleite waarde aannemelijk heeft gemaakt. Het hof oordeelt dat dit niet het geval is en stelt vervolgens de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 700.000. Het hoger beroep van X is gegrond; het incidenteel hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 oktober