X is eigenaar van een recreatiewoning in de gemeente Schouwen-Duiveland. X heeft de woning gekocht in twee delen: op 25 november 2011 heeft hij € 130.000 betaald voor het recht van erfpacht met de opstallen en op 28 december 2013 € 60.900 voor de eigendom van de grond. In geschil is de WOZ-waarde 2014 van het WOZ-object bestaande uit de grond en opstallen samen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aankoopwaarde van het erfpachtrecht ruim een jaar vóór de waardepeildatum in combinatie met de aankoopwaarde van de bijbehorende grond bijna een jaar na de waardepeildatum, een goede indicatie geeft voor de WOZ-waarde van de recreatiewoning op de peildatum. Nu de WOZ-waarde van  € 190.000 in lijn ligt met de voor de grond en opstal betaalde totaalprijs, is het beroep van X ongegrond. X heeft gesteld dat hij door omstandigheden feitelijk te veel heeft betaald voor de grond. Dit doet echter niet af aan het gegeven dat de aankoopprijs tot stand gekomen is in het economische verkeer.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17