Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen de weigering van de gemeente Rotterdam om te beslissen op zijn WOZ-bezwaar. X verzoekt om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen. De heffingsambtenaar van de gemeente betwist de ontvangst door de gemeente.
Hof Den Haag oordeelt dat X met prints van het faxlogboek aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen een WOZ-beschikking. Het feit dat de gemeente de ontvangst van het per fax ingediende bezwaar niet heeft bevestigd, is onvoldoende bewijs dat de gemeente de fax niet heeft ontvangen. Dat het formeel niet toegestaan is om per fax bezwaar maken, is voor het hof geen overtuigend argument, nu X aannemelijk heeft gemaakt dat de heffingsambtenaar andere per fax ingediende bezwaarschriften wel gewoon in behandeling heeft genomen. Voor de ingebrekestelling komt het hof tot een ander oordeel, omdat de gemeente gesteld heeft dat zij ingebrekestellingen die per fax zijn ingediend niet in behandeling neemt en de afzenders van per fax ingediende ingebrekestellingen meedeelt dat deze alleen per post gedaan kunnen worden, wat het hof geloofwaardig voorkomt. Nu de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat hij geen ingebrekestelling heeft ontvangen, verbeurt hij geen dwangsom. In het feit dat de heffingsambtenaar (ambtshalve) de WOZ-waarde heeft verlaagd en dus aan het bezwaar van X is tegemoetgekomen, ziet het hof reden voor een kostenvergoeding voor de bezwaarfase. Ook komt X in aanmerking voor een proceskostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 juni