X parkeert haar auto op een parkeerplaats in de gemeente Maastricht waar voor het parkeren parkeerbelasting verschuldigd is. De heffingsambtenaar legt haar een naheffingsaanslag parkeerbelasting op omdat bij een controle blijkt dat de parkeertijd is verstreken. X stelt dat de naheffingsaanslag moet worden kwijtgescholden, nu van haar kant geen sprake was van opzet. X had vanwege haar zwangerschap last van bekkeninstabiliteit. Door de lichamelijke ongemakken, was X de geldigheidsduur van haar parkeerkaartje vergeten. X had een afspraak voor 30 minuten, maar heeft voor 45 minuten parkeerbelasting betaald. Na afloop van de afspraak was X niet meer in staat om te lopen vanwege vocht in haar voeten.
Rechtbank Limburg oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting vanwege overmacht aan de kant van de zwangere X moet komen te vervallen. De rechtbank is van oordeel dat de vochtproblematiek van X niet zodanig frequent was dat zij hier rekening mee diende te houden. De heffingsambtenaar heeft in redelijkheid niet kunnen besluiten dat er geen sprake is geweest van overmacht, aldus de rechtbank, zodat de naheffingsaanslag ten onrechte in stand is gelaten. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Limburg
Editie: 16 juni