Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de restwaarden voor de sportaccommodatie van X niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde.

X is gebruiker van een sportaccommodatie met een overdekt zwembad en een sporthal. In geschil is de WOZ-waarde 2018.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de restwaarden voor de sportaccommodatie van X niet aannemelijk heeft gemaakt. De heffingsambtenaar erkent dat de taxatiewijzer geen concrete onderbouwing kent voor de bepaling van de restwaarden. Hij heeft een aantal transacties van sportcomplexen genoemd die de restwaarden moeten onderbouwen. Deze accommodaties bevatten echter geen zwembad en kunnen dus de restwaarde van het zwembadgedeelte niet onderbouwen. De rechtbank oordeelt verder dat de correctie voor functionele gebreken die de heffingsambtenaar heeft toegepast niet te laag is. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat een hogere functionele correctie voor de belemmering van de gebruiksmogelijkheden moet worden toegepast. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het zwembad niet minder is gebruikt dan in voorgaande jaren. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde van € 1.489.000 naar € 1.400.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 19 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen