De heer X exploiteert een coffeeshop, waarin naast softdrugs ook koffie, thee, frisdrank en snoep wordt verkocht. Bij een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat de administratie veel gebreken vertoond. Zo zijn er geregeld negatieve kassen en wordt de voorraad drugs niet goed bijgehouden. In geschil zijn diverse IB-(navorderings)aanslagen en vergrijpboetes van (uiteindelijk) 25%. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de bezwaren deels niet-ontvankelijk. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de (oude) gemachtigde van X met een kopie van zijn postboek voldoende aannemelijk maakt dat het bezwaar wel tijdig is verzonden. De bewijslast kan worden omgekeerd en verzwaard, ondanks het ontbreken van een informatiebeschikking. De gebreken in de administratie zijn namelijk geconstateerd vóór 1 juli 2011. Op deze datum is de informatiebeschikking (art. 52a AWR) ingevoerd. De inspecteur heeft de correcties gebaseerd op redelijke schattingen, omdat hij voor de theoretische drugsomzet is uitgegaan van cijfers van andere plaatselijke coffeeshops. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de onderhavige uitspraken op bezwaar zijn gedaan na 1 juli 2011 zodat het niet-nakomen van de administratieve verplichtingen alleen kan leiden tot omkering en verzwaring van de bewijslast als een ter zake door de inspecteur gegeven informatiebeschikking onherroepelijk is geworden (zie HR 2 oktober 2015, nr. 14/02335, V-N 2015/50.4). Een dergelijke beschikking is niet gegeven. Het beroep van X is dus gegrond. Volgt verwijzing naar Hof 's-Hertogenbosch.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 18 januari