Eventuele alternatieven voor de aangekondigde spoedmaatregelen in de Wet VPB 1969 en Wet Div. bel. 1965 inzake de fiscale eenheid kunnen, gezien de daarvoor benodigde voldoende kenbaarheid, niet meer met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Zij zijn daarom geen reële mogelijkheid. Dat heeft staatssecretaris Snel van Financiën geantwoord op vragen over zijn brief van 25 oktober 2017 (V-N 2017/52.13).

Hierin zijn spoedmaatregelen aangekondigd voor het geval het Hof van Justitie EU de conclusie van de advocaat-generaal overneemt in de zaak over de weigering van aftrek van rente vanwege de toepassing van de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969 (V-N 2017/52.12).

Het budgettaire belang is het belangrijkste argument voor reparatiewetgeving met terugwerkende kracht. Niets doen of het in buitenlandse situaties toekennen van de voordelen van de fiscale eenheid is volgens de staatssecretaris geen reële optie. Er is sprake van een uitzonderlijk geval, waarbij sprake is van een naar verwachting omvangrijk oneigenlijk gebruik. De voorgenomen maatregel is voldoende kenbaar gemaakt. De terugwerkende kracht past daardoor binnen het afgesproken beleidskader.

De spoedmaatregelen worden op termijn opgevolgd door een concernregeling die – uitvoeringstechnisch en juridisch – toekomstbestendig is.

Lees ook het thema Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting en Fiscale eenheid: een dynamisch regime binnen de Vpb

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 12 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen