A-G Wattel is van mening dat de heer X als kostwinner niet is gekort op enige heffingskorting waarop hij aanspraak zou kunnen maken. Zijn beroep is reeds daarom ongegrond.

Belanghebbende, de heer X, is in 2013 gehuwd en heeft in dat jaar inkomsten genoten. Zijn echtgenote (zie nr. 17/02574) heeft geen inkomsten genoten. De echtgenote krijgt € 1.468 van de algemene heffingskorting uitbetaald, zijnde tweederde deel van de algemene heffingskorting van € 2.001. In geschil is of deze korting en op termijn (in 2023) afschaffing van de algemene heffingskorting voor de niet-verdienende partner in een eenverdienerhuishouden terecht is. X beroept zich onder meer op de discriminatieverboden van art. 14 EVRM en art. 26 IVPBR. Volgens Hof 's-Hertogenbosch zijn de klachten van X grotendeels misplaatst, aangezien niet zijn heffingskorting is beperkt, maar die van zijn echtgenote en haar klachten in haar zaak uitgebreid zijn behandeld. X gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat X niet is gekort op enige heffingskorting waarop hij aanspraak zou kunnen maken. Zijn beroep is reeds daarom ongegrond. Onder verwijzing naar zijn conclusie ten aanzien van de echtgenote van X (zie nr. 17/02574) stelt de A-G dat het onderscheid tussen eenverdienergezinnen en tweeverdienergezinnen is gerechtvaardigd door de legitieme sociaal-economische doelen die de wetgever nastreeft. Deze doelen zijn: (1) het bevorderen van de arbeidsparticipatie van met name vrouwen, (2) het lonender maken van werken, (3) het bevorderen van de economische onafhankelijkheid van de minstverdienende partner en (4) het zeker stellen van de AOW. Gezien de ratio van de regeling is weliswaar niet goed verklaarbaar waarom gezinnen met slechts één arbeidsinkomen maar met een aanmerkelijk belang of box 3-inkomen wél twee maal de volle heffingskorting kunnen verzilveren, maar dat is geen inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer of discriminatie.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 4

Wet inkomstenbelasting 2001 8.9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 12 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen