B, de zoon van belanghebbende, X, speelt sinds zijn vijfde tennis. In verband met de bekostiging van de tenniscarrière van B, sluit X in 1996 een lening af. De rente op de lening brengt X in aftrek. De inspecteur corrigeert de IB-aangiften 2009 - 2013. Volgens de inspecteur is er namelijk geen sprake van een ter beschikkingstelling als bedoeld in art. 3.91 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001.
Hof Amsterdam oordeelt dat er geen sprake (meer) is van een ter beschikkingstelling. Aangezien X in 2006 meerderjarig is geworden, is er vanaf dat moment geen sprake meer van een verbonden persoon in de zin van art. 3.91 lid 2 onderdeel b sub 2 Wet IB 2001. Het hof verwerpt daarbij het standpunt van X dat van belang is dat B bij het verstrekken van de lening minderjarig was.
Lees ook het thema De terbeschikkingstellingregelingen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.91
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 12 december