Rechtbank Den Haag oordeelt dat uit de overeenkomst niet blijkt dat X bv diensten verricht voor de bank. X bv wordt in de overeenkomst tussen X bv en de bank namelijk als cliënt aangeduid.
X bv verricht activiteiten op de geld- en kapitaalmarkt, waaronder bond broking activiteiten. X bv treedt daarbij op als effectenmakelaar, en brengt professionele partijen bij elkaar op de ‘over the counter’ markt. Partijen op deze markt zijn niet op de hoogte van elkaars laat- en biedprijzen. Het verschil tussen de laat- en biedprijs, de ‘spread’, komt toe aan X bv. In casu vindt de uiteindelijke transactie plaats door tussenkomst van een bank. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv weliswaar bond broking diensten verricht, maar dat de bank niet de afnemer is van deze financiële prestaties. De afnemers zijn volgens de inspecteur namelijk de professionele partijen die door tussenkomst van X bv en de bank transacties met elkaar aangaan. Volgens de inspecteur heeft X bv daarom slechts recht op aftrek van btw-voorbelasting voor zover deze cliënten buiten de EU zijn gevestigd. De inspecteur legt btw-naheffingsaanslagen op aan X bv.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat uit de overeenkomst tussen X bv en de bank niet blijkt dat X bv diensten verricht voor de bank. De rechtbank verwijst hierbij naar de overeenkomst tussen X bv en de bank, waarin X bv als cliënt wordt aangeduid. Verder is de rechtbank er ook niet van overtuigd dat de diensten van X bv bestaan uit het aanbrengen van cliënten bij de bank, omdat X bv een ‘initial security deposit’ van € 400.000 bij de bank moest storten. De rechtbank overweegt verder nog dat de spread in het geheel niet afhangt van de inspanningen van X bv, maar autonoom tot stand komt als resultaat van het verschil tussen de laat- en de biedprijs van obligaties. De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslagen.
Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw: wanneer en hoeveel?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 oktober