Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de door X ontvangen beëindigingsvergoeding niet gedeeltelijk een vergoeding is voor geleden immateriële schade.
X is in dienstbetrekking werkzaam als docent. Door spanningen, veroorzaakt door het niet doorgroeien in salaris en een hoge werkdruk, kampt X met burn-outklachten en heeft hij zich ziek gemeld. Na een korte periode een andere functie te hebben geprobeerd heeft X zich wederom ziek gemeld vanwege burn-outklachten. De arbeidsovereenkomst is daarna ontbonden door middel van een vaststellingsovereenkomst. Aan X is een beëindigingsvergoeding toegekend. X stelt dat een deel van deze beëindigingsvergoeding ziet op de vergoeding van door hem geleden immateriële schade en daardoor niet is belast.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een ontslagvergoeding ter gelegenheid van het beëindigen van een dienstbetrekking behoort te worden belast als loon uit dienstbetrekking, ongeacht of er sprake is van een vergoeding voor (im)materiële schade. Een uitzondering op deze hoofdregel betreft het geval waarin de ontslagvergoeding geen of onvoldoende verband houdt met de dienstbetrekking om daaruit als genoten te worden aangemerkt. Een vergoeding verstrekt wegens aan de afwikkeling van een dienstbetrekking inherent psychisch leed van een belastingplichtige valt niet onder deze uitzondering. De bewijslast dat deze uitzondering van toepassing is rust op X. X slaagt niet in deze bewijslast. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.82
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 september