Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet over een nieuw feit beschikt. Na zijn officiële vertrek is namelijk aan de heer X op grond van de beconregeling uitstel verleend voor de aangiften van zijn klanten. De inspecteur had dus redelijkerwijs kunnen weten dat X hier omzet heeft behaald en dat hij voor die omzet in Nederland belastingplichtig is.

De heer X is belastingadviseur en woont vanaf oktober 2008 officieel in Thailand. In 2013 start de Belastingdienst een intern onderzoek naar de activiteiten van X in Nederland. Hieruit blijkt dat met zijn beconnummer nog een substantieel aantal IB- en VPB-aangiften over 2010 tot en met 2013 is ingediend en dat dit is gebeurd vanaf computers met een Nederlands IP-adres. Volgens X is hij desondanks buitenlands belastingplichtig. Op basis van de pinbetalingen van X stelt de inspecteur vast dat X in 2011 232 dagen, in 2012 216 dagen, in 2013 215 dagen en in 2014 222 dagen in Nederland verbleef en dat hij mede daarom zijn woonplaats in Nederland heeft behouden.

In geschil zijn diverse IB-(navorderings)aanslagen, alsmede de 50% vergrijpboetes. Volgens Hof Den Haag (16 maart 2016, 15/00837, V-N 2016/31.22.10) is de informatiebeschikking jegens X door deze aanslagen van rechtswege komen te vervallen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur voor 2009 en 2010 niet over een nieuw feit beschikt. In juli 2010 is namelijk aan X op grond van de beconregeling uitstel verleend voor de aangiften van zijn klanten. De inspecteur had dus vóór 31 december 2012 al redelijkerwijs kunnen weten dat X in 2009 en 2010 in Nederland omzet heeft behaald en dat hij voor die omzet hier belastingplichtig is. De navorderingsaanslagen over die jaren worden dus vernietigd.

X is vanaf 2011 terecht als binnenlands belastingplichtige aangemerkt en kan dus voor zijn wereldinkomen in de heffing worden betrokken. De bewijslast wordt ten nadele van X omgekeerd en verzwaard. De schattingen van de inspecteur zijn gebaseerd op de ontvangsten van X op zijn bankrekeningen, zodat er geen reden is om de boetes te verminderen. Ambtshalve worden de boetes wegens het overschrijden van de redelijke termijn nog wel met 15% gematigd. De beroepen van X zijn deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 23 september

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen