De Hoge Raad stelt vast dat X de gymnastieklokalen heeft verworven in haar hoedanigheid van ondernemer. Door de wijziging in het gebruik moet herziening plaatsvinden en heeft X recht op een btw-teruggaaf van € 65.840.
Gemeente X neemt in 2006 en 2007 in totaal vier gymnastieklokalen in gebruik. De gymnastieklokalen maken deel uit van multifunctionele accommodaties. In verband met de bouw van de multifunctionele accommodaties brengt X geen voorbelasting in aftrek. X stelt de gymnastieklokalen aanvankelijk voor 40% om niet ter beschikking aan onderwijsinstellingen voor bewegingsonderwijs en voor 60% tegen vergoeding aan sportverenigingen. In 2009 komt X met de inspecteur overeen dat zij de gymnastieklokalen tegen vergoeding aan de onderwijsinstellingen ter beschikking stelt, terwijl zij aan de onderwijsinstellingen een subsidie verstrekt ter grootte van de vergoeding (een kasrondje). X verzoekt vervolgens om btw-teruggaaf over de jaren 2006 - 2009, omdat zij de lokalen met ingang van 1 januari 2010 inmiddels volledig voor belaste prestaties gebruikt. De inspecteur verleent ambtshalve een teruggaaf van € 2,6 mln (60%) van de voorbelasting op de bouw van de gymnastieklokalen. Echter voor zover de gymnastieklokalen om niet ter beschikking zijn gesteld aan de scholen bestaat volgens de inspecteur geen recht op aftrek van voorbelasting. In 2012 verzoekt X om een aanvullende teruggaaf. De inspecteur wijst het verzoek af. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X recht heeft op een aanvullende btw-teruggaaf. De Hoge Raad stelt daarbij vast dat X de gymnastieklokalen heeft verworven in haar hoedanigheid van ondernemer en dat zij de gymnastieklokalen van meet af aan voor een deel van de gebruikstijd heeft gebezigd voor belaste economische activiteiten. Onder verwijzing naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU stelt de Hoge Raad vervolgens vast dat gespreide herziening moet plaatsvinden, aangezien de investeringsgoederen in de hoedanigheid van ondernemer zijn verworven en deels voor niet‑economische activiteiten werden gebruikt. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en verleent een teruggaaf van € 65.840 aan btw.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 23 september
Carrousel: Carrousel