Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat betaalde belastingen niet als periodieke gift in aftrek kunnen worden gebracht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).
X trekt in zijn aangifte IB/PVV 2016 betaalde belastingen af als overige periodieke giften. De inspecteur weigert de aftrek. X gaat in hoger beroep. Ter discussie staat de vraag of belastingen als periodieke gift in aftrek kunnen worden gebracht onder de noemer verplichte bijdragen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/22.19.9) oordeelt dat X de belastingen niet als gift in aftrek kan brengen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever met de term “verplichte bijdragen” niet de bedoeling heeft belastingen in aftrek toe te laten. Nu geen sprake is van een gift komt het hof niet toe aan toetsing aan overige voorwaarden voor periodieke giften. Het beroep is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.33