Rechtbank Zeeland-West-Brabant besluit de gemachtigde van X te weigeren wegens beledigend taalgebruik.

Belanghebbende, X, laat een gemachtigde namens hem beroep instellen bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant besluit de gemachtigde van X te weigeren wegens beledigend taalgebruik en overweegt daartoe het volgende. De gemachtigde heeft twee dagen vóór de zitting een pleitnota ingediend, waarin onder meer beledigend taalgebruik is opgenomen. Daarnaast wordt de behandelend rechter in het vooruitzicht gesteld dat zij in de toekomst eveneens beledigend zal worden bejegend als zij niet conform het standpunt van X beslist. Ter zitting heeft de gemachtigde desgevraagd daar een toelichting op gegeven. De rechtbank heeft aan de gemachtigde te kennen gegeven dat zij zich nog zal beraden of zij gevolgen zal verbinden aan het taalgebruik in de pleitnota, heeft de zaak inhoudelijk behandeld en heeft vervolgens het onderzoek gesloten. Binnen de termijn voor het doen van uitspraak heeft de rechtbank reden gezien het onderzoek te hervatten en de gemachtigde wegens zijn taalgebruik te weigeren. X krijgt de gelegenheid om een andere gemachtigde aan te wijzen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:25

Algemene wet bestuursrecht 8:24

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 29 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen