Rechtbank Den Haag beslist dat het box 3-inkomen van een in Nederland wonende EOB-medewerker belast is. De belastingheffing levert geen ongeoorloofde ongelijke behandeling op grond van nationaliteit op.

Belanghebbende, Nederlander X, is in dienstbetrekking bij het Europese Octrooi Bureau (EOB) in Rijswijk en woonachtig in Nederland. In geschil is of de inkomsten uit sparen en beleggen van X in de inkomstenbelastingheffing moeten worden betrokken. Volgens X is dat niet het geval omdat medewerkers van de EOB die niet de Nederlandse nationaliteit hebben maar al tien jaar in Nederland werken en wonen, daarvan op grond van begunstigend beleid van de inspecteur zijn vrijgesteld. Zij krijgen geen aangifteformulier toegestuurd. Belastingheffing over het box 3-inkomen zou dan tot een ongeoorloofde ongelijke behandeling op grond van nationaliteit leiden tussen X en deze medewerkers.

Volgens Rechtbank Den Haag is er geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel ten gevolge van door de inspecteur gevoerd begunstigend beleid. De gevallen waar X op wijst worden niet in de box 3-heffing betrokken omdat de Minister van Buitenlandse zaken aan hen geen zogenoemde duurzaam verblijf (DV)-status heeft toegekend. X maakt niet aannemelijk dat de inspecteur conform begunstigend beleid, personen die wel een DV-status hebben, geen aangifteformulier heeft toegestuurd. Het beroep van X tegen de aanslagen ib/pvv over de jaren 2012 en 2013 is ongegrond.

Lees ook het thema Box 3

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Wet inkomstenbelasting 2001 5.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 8 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen