Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Belgische registratiebelasting aftrekbaar is nu deze kwalificeert als kosten van een geldlening die rechtstreeks voortvloeien uit het opnemen van een geldlening voor de eigen woning.
X is buitenlands belastingplichtig en woont in België. X is eigenaar van een woning in België. Zij heeft deze woning in 2017 verkocht en een nieuwe woning in België gekocht. Daarvoor heeft zij een hypothecaire lening afgesloten. In de over 2017 in aftrek gebrachte financieringskosten is € 1.925 aan in België geheven registratiebelasting begrepen. De inspecteur weigert de aftrek hiervan. In geschil is of X recht heeft op aftrek van de financieringskosten die zien op de registratiebelasting. Meer specifiek is in geschil of de registratiebelasting kwalificeert als kosten van geldleningen die behoren tot de eigenwoningschuld.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de registratiebelasting kwalificeert als kosten van een geldlening die rechtstreeks voortvloeien uit het opnemen van een geldlening voor de eigen woning. De registratiebelasting wordt geheven vanwege het inschrijven van een hypotheekakte. Vaststaat dat in België de inschrijving van de hypotheekakte is vereist om het recht van hypotheek te vestigen. Dat als zodanig is ook nodig om de hypotheeklening te verkrijgen. Daarmee vloeit de heffing van de registratiebelasting rechtstreeks voort uit het opnemen van een hypothecaire geldlening. X heeft recht op de aftrek van de betaalde registratiebelasting.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 juni