Rechtbank Den Haag oordeelt dat de fysieke gesteldheid van X geen acute overmachtssituatie is die rechtvaardigt dat X geen parkeerbelasting hoeft te voldoen. De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd.

X ontvangt twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting van de gemeente Den Haag. X voert aan dat het voor haar wegens fysieke klachten onmogelijk is om parkeerbelasting te voldoen. De heffingsambtenaar handhaaft de aanslagen. X komt in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De parkeerbelasting is een objectieve belasting, waarbij opzet en schuld geen rol spelen. Niet relevant is of X al dan niet bewust geen parkeerbelasting heeft voldaan. Dit is slechts anders in het geval van overmacht, dat wil zeggen in acute noodsituaties (zie ook Hof Den Haag van 21 oktober 2021,V-N 2022/7.1.6). Van een acute noodsituatie is geen sprake. X had vooraf moeten anticiperen op het later moeten voldoen van parkeerbelasting, bijvoorbeeld via het inschakelen van hulp of het kiezen van een ander vervoermiddel. Dat de gemeente geen middelen ter beschikking stelt waar X wel mee uit de voeten kan om de belasting te voldoen, maakt dit niet anders. De gemeente voldoet aan de op haar rustende inspanningsverplichting. Vernietiging van de naheffingsaanslagen uit coulance is een discretionaire bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, die niet aan de rechtbank is voorbehouden. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 234

Gemeentewet 225

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 6 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

139

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen