Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat mevrouw X de gestelde hogere aftrek van zakelijke rente met geen enkel bewijsmiddel onderbouwt en dus niet aannemelijk maakt.

Mevrouw X is ondernemer. Op haar balans staat eind 2014 een bankschuld van € 140.305. Als zakelijke kosten van schulden en rentelasten trekt X in haar IB-aangifte over 2014 € 10.988 af. In bezwaar stelt X dat zij ook nog geld heeft geleend van haar samenwonende partner en dat zij in dat jaar aan hem € 2.400 rente heeft betaald. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de extra aftrek terecht heeft geweigerd. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X de gestelde hogere aftrek met geen enkel bewijsmiddel onderbouwt en dus niet aannemelijk maakt. Volgens het jaaroverzicht van de bank is door X € 10.391 aan zakelijke rente betaald. X claimt ten onrechte een hogere aftrek dan de inspecteur reeds in aftrek heeft toegelaten. De verzuimboete van € 344 wegens het te laat aangifte doen, is passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 4 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen