Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de heer X niet-verantwoorde inkomsten uit de handel in hennep moet hebben gehad. X maakt niet aannemelijk dat hij in plaats daarvan springpaarden heeft verkocht.

De heer X is strafrechtelijk veroordeeld voor de handel in hennep. Het wederrechtelijk behaald voordeel is in 2008 vastgesteld op € 111.782 en er is een dito ontnemingsvordering opgelegd. In 2012 start een boekenonderzoek. In dat kader verklaart X nog steeds in hennep te handelen om de ontnemingsvordering te kunnen betalen. Op basis van vermogensvergelijkingen en Nibud-cijfers stelt de inspecteur vervolgens dat X in 2009 en 2010 inkomsten heeft verzwegen. In geschil zijn de IB-navorderingsaanslagen en 50% vergrijpboetes over die jaren. In de bezwaarfase stelt X dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de verkoopopbrengst van zijn springpaarden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verlaagt de boete voor 2010 tot € 2.496. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X in 2009 en 2010 niet-verantwoorde inkomsten uit de handel in hennep moet hebben gehad. X maakt niet aannemelijk dat hij in plaats daarvan springpaarden heeft verkocht. Vanwege het niet doorgeven van de hennepinkomsten aan zijn adviseur moet X zich ervan bewust zijn geweest dat zijn IB-aangiften niet juist konden zijn. Dit rechtvaardigt de boetes van 50%, die door het overschrijden van de redelijke termijn met 10% worden gematigd tot respectievelijk € 3.330 en € 2.246. De immateriële schadevergoeding wegens het overschrijden van de redelijke termijn wordt vastgesteld op € 500.

Lees ook de thema's Navordering en Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen