Hof Arnhem-Leeuwarden wijst de zaak met instemming van partijen terug naar de inspecteur, nadat hen als voorlopig oordeel is voorgehouden dat de inspecteur met wat hij thans aanvoert niet aannemelijk maakt wanneer de IB-navorderingsaanslag bekend is gemaakt.

Aan X is eind 2018 een IB-navordering over 2013 opgelegd. In geschil is of zijn bezwaar wegens termijnoverschrijding terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep stelt X dat het aanslagbiljet niet binnen de aanslagtermijn is ontvangen.

Hof Arnhem-Leeuwarden wijst de zaak met instemming van partijen terug naar de inspecteur, nadat hen als voorlopig oordeel is voorgehouden dat de inspecteur met wat hij thans aanvoert niet aannemelijk maakt wanneer de aanslag bekend is gemaakt. Hierdoor is niet duidelijk op welk moment de bezwaartermijn is gaan lopen. Bovendien is niet komen vast te staan wanneer X de aanslag heeft ontvangen. Het bezwaar is dus ten onrechte niet ontvankelijk verklaard. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen