Aan de fiscale eenheid, X bv, worden naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd. X bv dient hiertegen bezwaarschriften in waarin zij onder andere verzoekt om te worden gehoord. De inspecteur laat X bv weten niet van plan te zijn aan de bezwaren tegemoet te komen. Hij stelt een aantal data voor een hoorgesprek voor, maar tot een afspraak voor een hoorgesprek komt het niet. X bv meldt de inspecteur op 12 februari 2018 dat zij een nieuwe adviseur heeft die vanaf 26 maart beschikbaar is. De inspecteur gaat niet akkoord met het voorstel om het hoorgesprek in de week van 26 maart plaats te laten vinden omdat hij al sinds november 2017 probeert een gesprek met X bv in te plannen. De bezwaren worden ongegrond verklaard. X bv komt in beroep.
Volgens Rechtbank Gelderland had de inspecteur een hoorgesprek vanaf de week van 26 maart 2018 moeten inplannen. X bv heeft de inspecteur namelijk tijdig laten weten dat haar nieuwe adviseur pas dan in de gelegenheid was haar bij te staan in het hoorgesprek. Een nieuwe adviseur moet enige tijd worden gegund om zich in te lezen. De inspecteur is hier ten onrechte ongemotiveerd aan voorbij gegaan. De rechtbank geeft de inspecteur de mogelijkheid deze schending van de hoorplicht binnen acht weken te herstellen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:51a
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 11 januari