In zijn IB-aangifte 2016 brengt X specifieke zorgkosten in aftrek. Verder geeft hij aan dat het restant persoonsgebonden aftrek over de vorige jaren € 2100 bedraagt en dat hij recht heeft op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De inspecteur staat aftrek van deze posten niet toe.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij recht heeft op aftrek van de specifieke zorgkosten. X heeft namelijk geen bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij in 2016 specifieke zorgkosten heeft gemaakt die voor aftrek in aanmerking komen. De rechtbank wijst er daarbij op dat de door X opgevoerde kosten voor contactlenzen en dextrosetabletten niet voor aftrek als specifieke zorgkosten in aanmerking komen. Ook heeft de inspecteur terecht geen restant persoonsgebonden aftrek uit voorgaande jaren in aanmerking genomen, omdat X niet aannemelijk maakt dat hij een restant persoonsgebonden aftrek uit voorgaande jaren heeft. Ten aanzien van de geclaimde inkomensafhankelijke combinatiekorting stelt de rechtbank vast dat de door X genoten uitkering geen inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking vormt, zodat hij daar geen recht op heeft. De aanslag blijft in stand.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 6 maart