Hof Den Haag oordeelt dat Z het recht op (na-)indexatie heeft prijsgegeven als bedoeld in art. 19b lid 1 onderdeel c Wet LB 1964. Met de overdracht van de pensioenaanspraak van Z aan A bv, waarbij geen rekening is gehouden met een na-indexatie, is komen vast te staan dat de aanspraak van Z op (na-)indexatie is vervallen.

Z is tot 31 december 2002 dga van belanghebbende, X bv. Het pensioen van Z is ondergebracht bij X bv. In 2011 verzoekt hij X bv om het pensioen over te dragen aan A bv, een vennootschap waarvan Z alle aandelen bezit. X bv is daartoe bereid als Z afziet van de indexering. X bv overlegt vervolgens met de inspecteur. De inspecteur geeft aan dat hij wel akkoord gaat met de koopsom die X bv voorstaat, maar dat het achterwege laten van indexatie als een (gedeeltelijk) afzien van een voor verwezenlijking vatbare pensioenaanspraak zal worden aangemerkt. Bij de overdracht van de pensioenaanspraken aan A bv is de indexatie niet in de overdrachtswaarde meegenomen. De inspecteur legt vervolgens een LB-naheffingsaanslag 2012 op.

Hof Den Haag oordeelt dat Z in maart 2012 het recht op (na-)indexatie heeft prijsgegeven als bedoeld in art. 19b lid 1 onderdeel c Wet LB 1964. Het hof verwijst daarbij naar zijn uitspraak van 1 augustus 2018, nr. 17/00903 (V-N 2019/13.19.4) over het jaar 2011. Met de overdracht van de pensioenaanspraak van Z aan A bv in maart 2012, waarbij geen rekening is gehouden met een na-indexatie, is komen vast te staan dat de aanspraak van Z op (na-)indexatie is vervallen. Het hof verwerpt vervolgens de stelling van X bv dat in 2001 het voorwaardelijke recht op na-indexatie is prijsgegeven. Op het moment dat Z in 2000 uit dienst trad hoefde na-indexatie van het ouderdomspensioen namelijk niet plaats te vinden. Het recht kon pas bij de overdracht aan A bv in 2012 niet meer verwezenlijkt worden doordat dat recht niet is overgedragen aan A bv. Ook de stelling van X bv dat Z na overdracht van de pensioenaanspraak aan A bv nog steeds een voorwaardelijk recht op na-indexatie houdt, omdat de pensioenbrief niet is gewijzigd, wordt verworpen. Dit miskent namelijk dat bij de overdracht van de pensioenaanspraak aan A bv het recht op (na-)indexatie teniet is gegaan, omdat dit niet is overgedragen aan A bv. Hetgeen in de pensioenbrief is overeengekomen is in zoverre dus wel gewijzigd. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Wet op de loonbelasting 1964 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 2 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen