Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank ten onrechte geen vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan X heeft toegekend. X heeft hier recht op ondanks de ongegrondverklaring van het beroep.

X maakt bij de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam bezwaar tegen een verrekening. Per brief van 15 februari 2016 stelt X de heffingsambtenaar in gebreke en verzoekt om een dwangsom. Bij besluit van 6 april 2016 verklaart de heffingsambtenaar de ingebrekestelling en dwangsomclaim niet-ontvankelijk. X maakt bezwaar, welk bezwaar op 19 mei 2016 door de heffingsambtenaar is ontvangen en op 18 juli 2016 ongegrond wordt verklaard. X, die stelt dat hij deze uitspraak pas in januari 2017 heeft ontvangen, gaat in beroep bij Rechtbank Amsterdam en die rechtbank kent hem een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens termijnoverschrijding.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank ten onrechte geen vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan X heeft toegekend. De rechtbank heeft het beroep terecht ongegrond verklaard. Omdat aan X een schadevergoeding is toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn, heeft X ondanks die ongegrondverklaring wel recht op een proceskostenvergoeding en terugbetaling van het griffierecht (vgl. HR 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:660, BNB 2015/198). Het hof corrigeert op dit punt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 april

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen