De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de identiteit van de fraudemelder geheim mag houden.

X komt in beroep tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting. X is het er niet mee eens dat de inspecteur bepaalde passages uit een processtuk heeft weggelakt.

De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de identiteit van de fraudemelder geheim mag houden. De inspecteur heeft passages gelakt in een renseignement waarin aan de FIOD melding wordt gemaakt van mogelijke BTW-fraude. De passages zijn volgens de inspecteur gelakt om ervoor te zorgen dat de identiteit van de fraudemelder niet bekend wordt bij X. De rechtbank oordeelt dat het belang bij bescherming van persoonsgegevens en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de fraudemelder aanzienlijk zwaarder weegt dan het belang dat X heeft bij kennisneming van deze gegevens. De kenbaarheid van deze gegevens is ook niet direct van belang voor de beslissing in de hoofdzaak. De inspecteur heeft de fraudemelding namelijk noch in de bezwaarfase noch in de beroepsfase op enigerlei wijze gebruikt ter onderbouwing van zijn standpunten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 15 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen