Belanghebbende (X nv) is een beleggingsinstelling ex art. 28 Wet Vpb. De inspecteur stelt bij beschikking de toevoeging aan de herbeleggingsreserve (HBR) vast op € 132.855.750. Belanghebbende is echter van mening dat rekening moet worden gehouden met een negatieve algemene reserve van € 69.168.830 en berekent de maximale dotatie op € 202.024.130.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat voor de berekening van het HBR-plafond van art. 4 lid 5 onderdeel a BBI geen rekening hoeft te worden gehouden met een negatieve algemene reserve. Volgens de rechtbank vindt de benadering van belanghebbende geen steun in het bepaalde van art. 4 lid 5 onderdeel a BBI. De opsomming in deze bepaling is volgens de rechtbank namelijk limitatief en de door belanghebbende genoemde algemene reserve is niet in deze limitatieve opsomming opgenomen. De rechtbank wijst er op dat voor de berekening van het plafond rekening wordt gehouden met de "toelaatbare reserves", hetgeen volgens de rechtbank wettelijk toegestane fiscale reserves impliceert. De door belanghebbende genoemde algemene reserve is volgens de rechtbank niet een dergelijke reserve. De rechtbank wijst er verder nog op dat de door belanghebbende voorgestane berekening van het plafond inbreuk zou maken op doel en strekking van het plafond. Belanghebbendes beroep wordt ongegrond verklaard.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Haarlem
Editie: 9 augustus