Hof Amsterdam oordeelt dat terecht boeten aan X bv zijn opgelegd, omdat zij wist dat niet aan de vereisten voor de afdrachtvermindering werd voldaan. Door te handelen zoals zij heeft gedaan, heeft X veel te lichtvaardig en dermate ernstig verwijtbaar gehandeld dat haar terecht grove schuld wordt verweten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

X bv helpt voormalige uitkeringsgerechtigden aan het werk. In haar loonaangiften over de jaren 2009 - 2013, die door een adviseur worden ingediend, wordt de afdrachtvermindering onderwijs startkwalificatie toegepast. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur LB-naheffingsaanslagen met boeten op. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk geen recht op toepassing van de afdrachtvermindering.

Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2019/2377) oordeelt dat terecht boeten aan X bv zijn opgelegd. Het hof overweegt daarbij dat X bv wist dat niet aan de vereisten voor de afdrachtvermindering werd voldaan. Door te handelen zoals zij heeft gedaan, heeft X bv dan ook veel te lichtvaardig en dermate ernstig verwijtbaar gehandeld dat de inspecteur haar terecht grove schuld verwijt. Het hof gaat er hierbij vanuit dat X bv de afdrachtvermindering heeft toegepast terwijl zij wist dat niet aan de voorwaarden daartoe was voldaan, en daarbij niet is afgegaan op enig aan haar uitgebracht advies. Verder wijst het hof er nog op dat X bv niet zorg heeft gedragen voor een goede naleving van de administratieve verplichtingen, hoewel zij op het belang daarvan uitdrukkelijk is gewezen.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen