Belanghebbende, X bv, krijgt de opdracht voor de bouw van een bedrijfshal. X bv heeft voor de realisatie van deze hal gebruik gemaakt van de onderaannemers B, C en D. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur de in geschil zijnde naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Volgens de inspecteur is de btw-verleggingsregeling van toepassing op de aan X bv gefactureerde werkzaamheden voor de bouw van de bedrijfshal. X bv komt in beroep. Rechtbank Noord-Holland is van mening dat nu sprake is van één of meer onderaannemers die een door een aannemer aangenomen werk van stoffelijke aard dat betrekking heeft op een onroerende zaak (de bedrijfshal) geheel of gedeeltelijk uitvoer(t)(en), de verleggingsregeling van artikel 12, vierde lid, Wet OB 1968 juncto artikel 24b van het Uitvoeringsbesluit OB van toepassing is. De uitzondering van artikel 24b, zevende lid, ten eerste, van het Uitvoeringsbesluit OB is niet van toepassing. Volgens de rechtbank zijn de werkzaamheden van de onderaannemers namelijk niet geheel of grotendeels verricht op de plaats waar de ondernemingen van de onderaannemers zijn gevestigd. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 3 februari