Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het fiscale neutraliteitsbeginsel niet in de weg staat aan een naheffingsaanslag omzetbelasting voor intracommunautaire verwerving van een auto. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X woont in Nederland en is in dienst bij Y bv. X koopt op 31 oktober 2014 in Duitsland een auto die als nieuw vervoersmiddel kwalificeert. De koopsom is inclusief 19% Duitse BTW. X verkoopt de auto direct door aan Y bv. Op 4 november 2014 rijdt X de auto naar Nederland. De inspecteur legt een naheffingsaanslag aan X op inzake de intracommunautaire verwerving van de auto. X kan de Duitse BTW niet meer terugvragen, omdat de termijn hiervoor is verlopen. X stelt dat de naheffingsaanslag achterwege moet blijven op basis van fiscale neutraliteit en gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/49.1.3) oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht oplegt. Dat X de BTW niet terugvraagt in Duitsland en de termijn is verstreken, komt voor rekening van X. Ook berekent de inspecteur de te betalen omzetbelasting correct. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 17c

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 21 september

Informatiesoort: VN Vandaag

334

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen