Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de uitspraak van de rechtbank en het proces-verbaal van wat is behandeld op die zitting de enige relevante kenbronnen zijn.

X procedeert over vier (navorderings)aanslagen in de IB-sfeer. Op de zitting bij de rechtbank sluiten partijen alsnog een compromis, wat resulteert in een proceskostenvergoeding van € 1.999,50, een immateriële schadevergoeding van € 500 en viermaal € 48 voor de griffierechten. X stelt in hoger beroep dat over de proceskosten geen compromis is gesloten en dat het geen samenhangende zaken zijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de uitspraak van de rechtbank en het proces-verbaal van wat is behandeld op die zitting de enige relevante kenbronnen zijn. Die vastleggingen zijn voorbehouden aan de rechtbank. De gemachtigde van X stelt vergeefs hij op de zitting niet heeft deelgenomen aan het gesprek over de hoogte van de proceskostenvergoeding, maar dat dit in samenspraak is gegaan tussen de rechter en de Inspecteur. In het proces-verbaal staat namelijk expliciet dat beide partijen akkoord zijn met de proceskostenvergoeding. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 maart

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen