Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de conserverende aanslag met betrekking tot de pensioenaanspraken te hoog is vastgesteld door de inspecteur.

Belanghebbende, X, emigreert op 18 februari 2013 naar de Filippijnen. Tot die datum heeft X in Nederland lijfrente- en pensioenaanspraken opgebouwd. In geschil is of de conserverende aanslag voor 2013 tijdig is opgelegd en of deze niet tot een te hoog bedrag is vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de conserverende aanslag tijdig is opgelegd. Deze is niet te hoog met betrekking tot de lijfrenteaanspraken, maar het te conserveren inkomen is te hoog vastgesteld door de inspecteur met betrekking tot de pensioenaanspraken. Gelet op het art. 18 van het belastingverdrag Nederland-Filippijnen en de arresten van de Hoge Raad (BNB 2009/266 en BNB 2017/186) mag de conserverende aanslag in verband met pensioenaanspraken enkel worden opgelegd met betrekking tot de pensioenpremies die zijn ingelegd na 15 juli 2009 tot het tijdstip van emigratie en die niet tot het loon zijn gerekend. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Wet inkomstenbelasting 2001 3.136

Wet inkomstenbelasting 2001 3.83

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet inkomstenbelasting 2001 2.8

Wet inkomstenbelasting 2001 2.3

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Filippijnen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 2 augustus

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen