Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat in casu vaststaat dat de forensenbelasting in overeenstemming met de Verordening is geheven en dat het belastbare feit zich heeft voorgedaan. De aanslag is dan ook terecht opgelegd. Dat X jarenlang toeristenbelasting heeft betaald is niet van belang.

X beschikt over een vakantiewoning in de gemeente Midden-Drenthe. In verband hiermee wordt aan X jaarlijks toeristenbelasting in rekening gebracht. Voor het jaar 2016 wordt aan X echter forensenbelasting in rekening gebracht. X is het hier niet mee eens. Hij is van mening dat hij alleen belastingplichtig is voor de toeristenbelasting en niet voor de forensenbelasting.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat in casu vaststaat dat de forensenbelasting in overeenstemming met de Verordening is geheven en dat het belastbare feit zich heeft voorgedaan. De aanslag is dan ook terecht opgelegd. De rechtbank verwerpt hiermee de stelling van X dat er een soort voorrangsregeling geldt, in de zin dat de gemeente vooraf een verplichte keuze moet maken voor hetzij de forensenbelasting, hetzij de toeristenbelasting. De rechtbank wijst er daarbij ook nog op dat het mogelijk is dat voor hetzelfde object zowel forensenbelasting als toeristenbelasting wordt geheven. In verband met de summiere motivering van de uitspraak op het bezwaar, moet de gemeente nog wel de reiskosten (€ 47) van X en het betaalde griffierecht vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 2 augustus

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen