De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ziet geen uitvoerbare mogelijkheden de huurtoeslagregeling zo aan te passen dat een constructie binnen de wettelijke kaders specifiek voor familiesituaties onmogelijk wordt gemaakt. Dat heeft zij geantwoord op Kamervragen van het lid Nijboer (PvdA) over huurtoeslag in familierelaties. In de constructie kopen ouders een huis, dat vervolgens wordt verhuurd aan hun kind, waarbij dat kind vervolgens huurtoeslag aanvraagt.

Volgens de minister zijn er in de wet op de huurtoeslag geen beperkingen ten aanzien van een eventuele familierelatie tussen verhuurder en huurder. Ook geldt er contractsvrijheid van partijen over de huursom. Wel vindt de minister het onwenselijk als door samenspannen tussen huurder en verhuurder op oneigenlijke wijze gebruik wordt gemaakt van de huurtoeslag. Een onderscheid tussen enerzijds familierelaties en anderzijds niet-familierelaties is niet proportioneel. Alleen als zou blijken dat er ernstige fraude/ongeoorloofde verrijking plaatsvindt door verhuur van woningen aan familieleden, zou deze afweging anders kunnen uitvallen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 11 december

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen