Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de aanslag tot een juist bedrag heeft vastgesteld, nu ten onrechte zowel op het loon dat X van zijn werkgever ontvangt als op zijn AOW-uitkering de loonheffingskorting is toegepast.

X werkt in 2020 in dienstbetrekking. Hij bereikt op 7 februari 2020 de AOW-leeftijd. De inspecteur heeft bij de aanslag IB/PVV 2020 het door belanghebbende opgegeven loon uit dienstbetrekking gecorrigeerd van € 7507 naar € 38.450.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de aanslag tot een juist bedrag heeft vastgesteld, nu ten onrechte zowel op het loon dat X van zijn werkgever ontvangt als op zijn AOW-uitkering de loonheffingskorting is toegepast. Dat leidt tot een te betalen bedrag op de aanslag IB/PVV. Ook is niet te weinig loonheffing door de werkgever van X ingehouden, nu X de AOW-leeftijd heeft bereikt en dus de werkgever vanaf dat moment minder loonheffing in hoeft te houden. De rechtbank oordeelt ambtshalve dat de belastingrente tot een juist bedrag is berekend. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 23

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Loonbelasting

Editie: 23 november

Informatiesoort: VN Vandaag

361

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen