Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het beleid van de Belastingdienst om geen navorderingaanslag op te leggen voor bedragen onder de € 450 ook geldt als de vermindering van de navorderingsaanslag tot onder de € 450 het gevolg is van een ambtshalve vermindering.
X komt in bezwaar tegen een navorderingsaanslag IB/PVV met een te betalen bedrag van € 553. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond maar besluit de aanslag op dezelfde dag ambtshalve te verminderen waardoor het te betalen bedrag zakt onder de € 450. X beroept zich op het correctiebeleid van de Belastingdienst op grond waarvan navorderingsaanslagen van minder dan € 450 niet worden opgelegd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het beleid van de Belastingdienst om geen navorderingaanslag op te leggen voor bedragen onder de € 450 ook geldt als de vermindering van de navorderingsaanslag tot onder de € 450 het gevolg is van een ambtshalve vermindering. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de ambtshalve vermindering heeft plaatsgevonden op basis van in de bezwaarfase door X overgelegde stukken. De inspecteur had deze vermindering al bij de uitspraak op bezwaar moeten toekennen. Dat de gemachtigde van X heeft aangegeven het bezwaar op het materiële punt in te trekken doet hier niet aan af nu de inspecteur voor de uitspraak op bezwaar, op grond van de overgelegde stukken wist dat het bezwaar voor het bij ambtshalve vermindering alsnog in aftrek toegestane bedrag materieel gegrond was. De ambtshalve vermindering heeft ook dezelfde dagtekening als de uitspraak op bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de navorderingsaanslag.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 26 november