Van der Helder heeft de Nederlandse nationaliteit en woont sinds 1991 in Frankrijk. Hij ontvangt een Nederlands AOW-pensioen en een Fins ouderdomspensioen. Naar aanleiding van de invoering van de Zvw per 1 januari 2006, stelt het College voor zorgverzekeringen (Cvz) dat de bijdragen voor de Zvw voor Van der Helder op zijn AOW-pensioen moeten worden ingehouden. Van der Helder stelt echter dat hij in Nederland nooit verplicht tegen ziektekosten verzekerd is geweest en dat Nederland niet de staat is die de kosten van de in Frankrijk verleende verstrekkingen voor zijn rekening mag nemen. Die kosten dienen volgens hem voor rekening van Finland te komen, omdat hij in Finland langer (verplicht) verzekerd is geweest voor ziektekosten dan in Nederland. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat met de zinsnede ‘aan de wettelijke regeling waarvan de rechthebbende het langst onderworpen is geweest' in art. 28 lid 2 onderdeel b EG-Verordening 1408/71, bedoeld wordt de wettelijke regeling die betrekking heeft op pensioenen of renten. Het HvJ EU merkt verder nog op dat het antwoord op de vraag of alleen de tijdvakken van verplichte verzekering en die welke hebben geleid tot betaling van bijdragen, in aanmerking moeten worden genomen, niet van belang is, omdat de wettelijke regeling inzake pensioenen en renten waaraan Van der Helder het langst onderworpen is geweest, in elk geval de Nederlandse wettelijke regeling is.
De CRvB oordeelt dat het Cvz terecht een bijdrage op het AOW-pensioen van Van der Helder heeft ingehouden. De CRvB verwijst hierbij naar het arrest van het HvJ EU.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Editie: 25 april