Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij het hoger beroepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Gelderland van 25 september 2020. Het hoger beroep komt bij Hof Arnhem-Leeuwarden binnen op 16 november 2020. In verzet is in geschil of het hof het hoger beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/43.1.5) oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij het hoger beroepschrift binnen de termijn ter post heeft bezorgd. De datumstempel op de enveloppe is leidend en X heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij het beroepschrift eerder ter post heeft bezorgd. Zijn stelling dat hij het beroepschrift op de dag van dagtekening (4 november 2020) ter post heeft aangeboden op het postkantoor, heeft hij niet nader onderbouwd en/of geconcretiseerd. Het beroepschrift is niet vóór het einde van de termijn ter post bezorgd. Het hof heeft het beroep ook niet binnen een week na afloop van de termijn ontvangen. Het hoger beroep van X is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het verzet van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 9 februari